Handhaving Wet DBA blijft opgeschort tot 1 januari 2020
De handhaving van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelatie (DBA) blijft in ieder geval tot 1 januari 2020 uitgesteld. Wel gaat het kabinet de mogelijkheden voor de handhaving van kwaadwillenden vanaf 1 juli 2018 verruimen.
Opdrachtgevers en opdrachtnemers krijgen tot 1 januari 2020 geen boetes of naheffingen als achteraf geconstateerd wordt dat er sprake is van een dienstbetrekking, tenzij het dus kwaadwillenden betreft. Dit schrijven minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en staatssecretaris Snel van Financiën in een brief aan de Tweede Kamer.
Met de Wet DBA is de afgelopen periode geprobeerd duidelijkheid te scheppen over de vraag wanneer er sprake is van een dienstbetrekking. In plaats van duidelijkheid leverde de wet juist veel onrust onder zzp’ers en opdrachtgevers op. Daarom zet het kabinet in op nieuwe wet- en regelgeving die naar planning per 1 januari 2020 in werking treedt. Tot die tijd wordt de opschorting van de handhaving verlengd en blijft de huidige situatie onveranderd voor opdrachtgevers en opdrachtnemers. Zij krijgen geen boetes en naheffingen.
Kwaadwillenden
Bij kwaadwillenden handhaaft de Belastingdienst wel. Per 1 juli 2018 richt de handhaving zich niet langer alleen op de ernstigste gevallen, maar ook op de andere kwaadwillenden. Het kabinet geeft hiermee gehoor aan de toenemende onvrede over mogelijke schijnzelfstandigheid bij voornamelijk de onderkant van de arbeidsmarkt.
De Belastingdienst kan handhaven bij kwaadwillenden als zij de volgende drie criteria alle drie kan bewijzen:
I. Er is sprake van een (fictieve) dienstbetrekking
II. Er is sprake van evidente schijnzelfstandigheid
III. Er is sprake van opzettelijke schijnzelfstandigheid
Bron: Rijksoverheid